Literaire zelfdoding

Twee Romans, de ene de hemel in geprezen, de andere bejubeld.
Het is al weer een tijd geleden dat ik de roman ‘Het Smelt’ van de Vlaamse Lize Spit heb gelezen. Geprezen in DWDD en daarna veelgeroemd in de pers, een bestseller met name in Nederland en België.
Recenter heb ik de bekroonde roman van Marike Lucas Rijneveld ‘De Avond is Ongemak’ gelezen, in de in het Engels vertaalde versie bekroond met de International Booker Prize. Die prijs heeft de schrijfster te danken aan haar precieze en beeldende taalgebruik. De beschrijving van het noodlot dat het gezin treft waarin de tienjarige ik-figuur Jas haar jas niet meer wil uittrekken na de dood door een tragisch ongeval van een van haar twee broers is virtuoos en beklemmend.
Ik zou niet zo snel aan het boek van Lize Spit gedacht hebben, ware het niet dat de editie van het boek van Marike Lucas Rijneveld op de achterflap het lovende commentaar citeert van Lize Spit. En toch zijn er tenminste een paar opvallende gelijkenissen tussen de twee boeken. Beide boeken zijn in de ik-figuur geschreven en beide boeken eindigen met de zelfdoding van dezelfde hoofdfiguur die als ik-persoon het verhaal van haar ontregelde en ontregelende puberteit doet.
Dat een verhaal eindigt met de zelfdoding van de verteller, tevens ik-figuur, is voor mij een nogal teleurstellend slot. Hiermee wordt het hele verhaal in mijn ogen compleet onderuit gehaald. Wie kan zijn eigen zelfdoding, in beide verhalen definitief en schijnbaar onafwendbaar, nog navertellen, tenzij er slechts sprake was van een mislukte poging? Dan heeft Michel Houellebecq in zijn roman Serontonine
voor een betere oplossing gekozen. Het boek eindigt met het dringende voornemen van de ernstig depressieve ik-persoon een eind aan zijn leven te maken. Of het ervan komt, weet de lezer niet. De drang tot zelfdoding is overtuigend genoeg. Het eindresultaat is niet altijd de dood van de betrokkene. Die ambiguïteit maakt het slot van het boek alleen maar overtuigender
Het kost mij moeite het levenseinde in de twee Nederlandstalige romans af te doen als dichterlijke vrijheid. In dit geval zou je kunnen stellen dat die vrijheid tenminste een literaire verklaring verschaft voor de pijn en ontreddering die aan een zelfdoding vooraf kan gaan en om die reden dus van waarde is per se. Maar voor mij haalt dit volledige gebrek aan logica beide romans flink onderuit. Tegelijkertijd moet mij van het hart dat de stijl en zeggingskracht van de roman van Marike Lucas Rijneveld mij meer aanspreekt dan de roman van Lize Spit. De taaie lengte van die laatste maakte de teleurstelling over het einde nogal onverteerbaar.
Het verbaast mij dat ik bovenstaande kritiek over het teleurstellende slot van beide romans nergens teruglees.


Twitter Facebook LinkedIn Volgen



Selectieve verontwaardiging

Forens

Leeftijdsdiscriminatie

Navalny 3

Wraak of vergelding. Israƫl en de Palestijnen